Klik hier voor 30 dagen toegang tot de beste structuur- en focusworkshops voor €10

Weldadigheid in Veenhuizen

van
ZWL
naar
VNZ
33807
stappen gelopen
261
foto's gemaakt

Veenhuizen stond al een tijdje hoog op mijn ‘nog te bezoeken‘-lijstje. Als ik dit aan mensen vertel, zijn er grofweg twee reacties. De eerste is een lege blik, ‘Veenhuizen?’. De andere is een enthousiaste belangstelling: ‘Ooo, daar wil ik ook heen. Ik ben daar zo benieuwd naar.’ Het dorp is een van de voormalige Kolonien van Weldadigheid, waar honderden jaren geleden tienduizenden mensen zaten opgesloten. Nu is het een open dorp, met een rijke historie.

Leestijd

Waarom ik naar Veenhuizen wilde

Vorig jaar las ik het boek Het Pauperparadijs van Suzanna Jansen, waarin ze haar familiegeschiedenis beschrijft. Ze volgt vijf generaties van haar familie, die allemaal te maken kregen met heropvoedingsexperimenten in Nederland. In het bijzonder speelt Veenhuizen een grote rol in haar boek. Hier zat een deel van haar voorouders ‘opgesloten’. Het boek schetst de situatie vanaf 1818 in het Drentse dorp, waar in drie grote ‘gestichten’ tienduizenden gezinnen leefden.

 

De 'onvrije kolonie' Veenhuizen

Veenhuizen is een bijzonder dorp, dat zie en voel je direct. Rechte, statige lanen met mooie huizen met teksten erop als ‘Werk en bid,’ ‘Toewijding’ en ‘Plichtgevoel’. Middenin een enorm groot vierkant gebouw dat nu het Gevangenismuseum is. Verspreid over de grote hoeveelheid vierkante meters een aantal gevangenissen. Geen dorpskern of pleintje – niet zoals andere Drentse dorpen.

In 1818 werden de Koloniën van Weldadigheid opgericht door Johannes van den Bosch. Hij was een voorloper: hij wilde betere voorzieningen voor de armen en richtte iets op wat je als een kiem van de huidige verzorgingsstaat kan zien. Gezinnen, bedelaars, armen en landlopers kregen een plekje in een van de Koloniën. Ruimte om te wonen en grond om te bewerken. Ze leerden normen en waarden, ze leerden werken, en het idee was dat ze een beter bestaan kregen dan buiten de Kolonie. En natuurlijk dat ze ‘heropgevoed’ zouden worden: dat ze betere mensen zouden worden die uiteindelijk weer op een normale manier konden deelnemen aan de maatschappij. Dat laatste gebeurde maar weinig, omdat de meeste kolonisten hun schulden aan de Kolonie niet konden terugbetalen.

Als eerste sticht Johannes van den Bosch de eerste proefkolonie Frederiksoord. Met geld van zijn vooraanstaande netwerk, crowdfunding 1818, bouwt hij in een snel tempo honderden koloniehuisjes. Vervolgens volgen er nieuwe koloniën in Wilhelminaoord/ Boschoord, Willemsoord en Wortel in België. Er worden scholen gesticht, er komen voorzieningen als een gaarkeuken en een spinnerij. Eigenlijk alles wat nodig is om zelfvoorzienend te kunnen leven. Het was een hard bestaan, waarbij de kolonisten door middel van arbeid en scholing discipline werd bijgebracht, zodat ze na verloop van tijd in hun eigen onderhoud konden voorzien en weer konden terugkeren in de gewone maatschappij. Wie zich echter niet kon handhaven liep het risico opgezonden te worden naar de onvrije koloniën Veenhuizen, Ommerschans of Merksplas.

Er werden zeven Koloniën opgericht waarvan er vier ‘vrije’, vrijwillige plekken zijn, waar armen zelf wilden komen wonen. In de andere drie zaten bedelaars en zwervers – praktisch waren deze plekken gevangenissen. De kolonisten mochten er niet zomaar uit en moeten leven onder strenge regels.
Wat begon als een nobel en goed initiatief, mondde uit tot een situatie waar veel leed bestond. Het idee om armen en ‘kanslozen’ een beter leven te geven is mooi, maar in werkelijkheid leefden veel kolonisten in gevangenschap en moesten vaak gescheiden van hun familieleden leven, met strenge regels en grote beperkingen van hun vrijheid.

Sinds 1953 kwamen er geen nieuwe bewoners meer naar Veenhuizen en sinds 1985 is het dorp ‘open’ voor iedereen. Tot die tijd was het een gesloten dorp waar je niet zomaar in of uit kon.

Heel bijzonder: De Koloniën van Weldadigheid hebben deze zomer de UNESCO Werelderfgoed status ontvangen.

 

Luistertocht 'Het Pauperparadijs'

Bij het Gevangenismuseum kan je een luistertocht kopen van Het Pauperparadijs. Schrijver van het boek Suzanna Jansen neemt je mee langs allerlei belangrijke, historische plekken in Veenhuizen. Je kan deze tour zowel lopend, fietsend als met de auto doen en dit is echt een aanrader. Je legt zo’n 16 kilometer af langs 16 luisterpunten, waar je meer uitleg krijgt over de plek en de koloniën en gestichten.  Het geeft wat extra context aan de plek, zeker aan plekken waaraan je niet zoveel meer kan zien. Alleen het tweede gesticht, wat nu het Gevangenismuseum is, staat er nog. De andere twee zijn gesloopt.

Naast dat het mooi en interessant is om naar de verhalen en de historie te luisteren, is Veenhuizen en omgeving práchtig. Het is groen, er is veel ruimte en het is heerlijk om hier rond te wandelen of te fietsen.

Hier loop ik middenin het derde gesticht, wat niet meer bestaat.

Als je de fietstocht gaat doen, dan is het ook zeker interessant om even het Gevangenismuseum door te lopen. Alleen al omdat het pand zeer indrukwekkend is: het is het voormalige tweede gesticht. Het Nationaal Gevangenismuseum vertelt verhalen over de gevolgen van normafwijkend gedrag. Verhalen over verpaupering, misdaad en straf. Het maakt de geschiedenis van Veenhuizen en de Nederlandse geschiedenis van straf en straftenuitvoerlegging op een unieke manier zichtbaar en voelbaar voor een breed publiek.

Eten, drinken & slapen in Veenhuizen

Wij verbleven bij Hotel Bitter & Zoet, het voormalige hospitaal. Het hotel bestaat uit vier panden die op subtiele manier met elkaar verbonden zijn. De kamers zijn ruim en comfortabel (heerlijke bedden!) en een avondje tafelen is hier een heel goed idee.

Tijdens het fietsen wilden we natuurlijk even lunchen en dat deden we bij Piepers & Paupers. Een cafetaria die je eigenlijk geen cafetaria kan noemen. We aten er de lekkerste patat ooit (!) en ambachtelijke kroketten van Krokettenkunst uit Emmen. Ze hebben een heerlijk terras en deze mensen weten wat goed eten is.

Na een hapje bij Piepers en Paupers ga je gewoon een deurtje verder naar brouwerij Maallust. Ook hier kan je fantastisch zitten op het terras en bestel je een koud versgebrouwen biertje. Ook leuk om iets mee te nemen voor thuis of om een proeverij te doen!

Als je dan nog even doorloopt naar achteren, vind je daar Kaaslust. Wat een waanzinnige combi: patat, bier en kaas.

Vroeger was Veenhuizen een zelfvoorzienend dorp en dat zie je nu dus terug in deze gebouwen: ze hadden bijvoorbeeld een eigen graanmaalderij (wat nu Maallust is) en een zuivelfabriek (Kaaslust).

The Black Tie & Wellness in Assen

Veenhuizen is maar 20 minuten rijden vanaf de stad Assen en dus goed te combineren als je er een paar dagen heen gaat. We hebben een avond fantastisch getafeld bij The Black Tie.

The Black Tie is een restaurant waar je echt een avond heerlijk gaat tafelen en geniet van meerdere gangen. De combinaties waren hier en daar echt verrassend en vooral: héél erg lekker.

Op onze laatste dag gingen we als afsluiter naar LOFF Wellness in Assen, voor een massage en om te floaten.

Onderweg naar huis deden we één laatste stop: in Havelte, bij Ludiek.

Dit was zo’n bijzonder weekend! Ik vond het geweldig om Veenhuizen te bezoeken en nog wat meer te leren over de Koloniën van Weldadigheid. Daarnaast hebben we erg genoten van de prachtige omgeving en het lekkere eten.

Ga Het Pauperparadijs lezen en boek daarna meteen een weekendje Bitter & Zoet. Doe die audiotour, lunch bij Piepers & Paupers, drink een biertje bij Maallust… Dan komt ’t wel goed.

Ik ben uitgenodigd door Marketing Drenthe voor deze trip.

Cynthia Schultz

Ik ben Cynthia Schultz en Cynthia.nl is mijn blog! Ik ben gek op eten, reizen, beauty, interieur, lezen, gadgets en daar blog ik over. Lees hier meer over mij.