
Welke buffers heb je nodig?
Je hebt drie financiële buffers ‘nodig’:
- Je pensioen – Je krijgt later waarschijnlijk alleen een AOW, en dat is voor veel mensen niet genoeg om comfortabel van te leven.
- Ziekte – Je kan je nergens ‘ziek melden’ en je krijgt niks zomaar doorbetaald. Het verschilt natuurlijk per ondernemersvariant in hoeverre inkomsten ook door kunnen lopen.
- Mindere maanden – je inkomen fluctueert misschien, en het is fijn om ook hier een buffer voor te hebben zodat je altijd je rekeningen kan betalen.
Afhankelijk van het type onderneming dat je hebt zou je ook nog een vierde kunnen toevoegen, als je een buffer nodig hebt om bijvoorbeeld bedrijfsapparatuur op ten duur te vervangen.
Natuurlijk hoef je niks, maar ik denk dat het de meeste ondernemers een hoop rust geeft als je hier geld voor apart zet. Dat maakt ook gelijk dat je je soms kan verkijken op het geld wat een ondernemer verdiend. Ja, dat klinkt veel zo’n zzp uurtarief, maar daar gaan dus ook dit soort dingen allemaal nog vanaf.
Hoeveel moet je sparen voor je pensioen?
Iedereens situatie en levensstandaard is heel anders. Je hebt verschillende uitgangspunten waar je even vanuit kunt gaan redeneren. (on)afhankelijkheid van een partner speelt hierbij ook mee. Ook heb je wellicht wel jaren in loondienst gewerkt, en daar nog pensioen van opgebouwd. Misschien ben je gedeeltelijk ondernemer, en gedeeltelijk in loondienst.
Over het algemeen wordt er gesteld dat je ongeveer 70% van je huidige inkomen per jaar nodig hebt. Je leeftijd en je rendement maken hierin natuurlijk het verschil. Je wil zo vroeg mogelijk beginnen om zo min mogelijk per maand te hoeven sparen. Maar goed, net als de rest van de wereld begin je voor je gevoel wellicht altijd te laat. No shame in that.
Je hebt hierin verschillende opties:
1. Gewoon ouderwets sparen – elke maand geld opzij zetten.
2. Beleggen – vaak heb je hierdoor een hoger rendement dan bij een spaarrekening maar je loopt hiermee natuurlijk ook meer risico.
3. Pensioenbeleggen – Het fijne van pensioenbeleggen is dat het ook aftrekbaar is, het nadeel is dat je er ook echt pas bij kan als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt.
4. Investeren in bijvoorbeeld vastgoed – wat je kan verkopen als je met pensioen zou gaan. Ik heb zelf niet zulke grote middelen om in extra vastgoed te investeren maar heb wel een koophuis. Echter schaar ik dit zelf niet graag onder het kopje ‘investeringen’ want je zult altijd ergens moeten wonen, ook als je oud bent. Ik wil nu niet al voor mezelf beslissen dat ik dan zou gaan huren omdat ik dan het huis ‘moet’ verkopen.
De eerste twee opties zijn ook nog te combineren voor de andere spaarbuffers maar de derde optie is echt puur en alleen op je pensioen gericht. Persoonlijk kies ik echt voor aparte spaarpotjes (ik zal daar nog eens een andere blog aan wijden, welke spaarpotjes ik allemaal heb) zodat ik het overzicht beter houd en me ook comfortabel voel om het geld op een bepaalde manier te gebruiken.
Hoe bescherm je jezelf (financieel) tegen ziekte?
Ik ben zelf nog nooit zoveel ziek geweest sinds ik een peuter heb. Ongelofelijk! En dan merk ik hoe flexibel ik ben als ondernemer, maar je krijgt af en toe ook de deksel op de neus want sommige dingen moeten gewoon doorgaan.
Je hebt als ondernemer een aantal opties:
- Niets doen. Je hebt een partner/familie die je opvangt als het nodig is, een passief inkomen dat doorloopt of een bescherming vanuit een stukje loondienst dat je nog hebt wellicht.
- Een arbeidsongeschiktheidsverzekering – Deze wordt naar verwachting verplicht in 2027, iets wat ik zelf niet prettig vind om eerlijk te zijn. Ik vind het namelijk fijn om zelf mijn arbeidsongeschiktheid in te kunnen richten. Als je namelijk niet ziek wordt, verdwijnt je geld. Als je dit zelf regelt, bouw je het geld op.
- Een broodfonds – dit is een collectief waar men elkaar beschermt tegen arbeidsongeschiktheid.
- Sparen – gaat minder snel maar geeft geen risico.
- Beleggen – gaat sneller maar geeft altijd iets risico.
Iedereen hanteert een andere stelregel hiervoor, maar ik vind een buffer van zes maanden goed voelen. Dit heb ik ook gebruikt toen ik met zwangerschapsverlof ging, en toen ik me niet goed genoeg voelde om veel te werken in mijn zwangerschap. Dit hoeft geen buffer te zijn van zes maanden ‘living as a queen’, maar wel zes maanden ‘ik hoef mijn huis niet te verkopen en ik kan boodschappen doen’.
Een wisselend inkomen
Daarnaast kun je nog een spaarpotje opbouwen voor een wisselend inkomen, als je dit nodig acht. Wederom is dit heel erg afhankelijk van je privé situatie. Als je in een huis woont waarbij je elke maand €3000 moet betalen aan hypotheek, heb je natuurlijk minder flexibiliteit dan wanneer je de keuze hebt gemaakt om klein te wonen voor lagere maandlasten.
Ik combineer zelf dit potje met het potje van ziek zijn. Ik zie dit als een gedeelde buffer voor momenten dat er ‘gewoon niet genoeg wordt verdiend’. Wederom heb je hier dezelfde opties:
- Ouderwets sparen
- Beleggen.
Dat beleggen misschien nog wat spannend voelt als je daar je nog nooit in hebt verdiept, kan ik mij voorstellen. Gelukkig zijn er in Nederland veel platformen waarbij je het wel laagdrempelig kan proberen en waarbij je veel uit handen wordt genomen. Meesman, DeGiro of Brand New Day zijn zulke voorbeelden (geen spon). Voor dit doel, is een combinatie van gewoon ouderwets sparen en beleggen wellicht een goed idee, want je wil er ook snel bij kunnen. Een spaarrekening mag best hoog zijn voordat het je nadelen gaat opleveren fiscaal en ik ben ook wel echt een voorstander van voldoende liquiditeit. Dat geeft ook een gevoel van vrijheid en rust. Voor mij werkt het ook goed om in tijden van overvloed een beetje extra te sparen in plaats van een beetje extra uit te geven. Hierdoor maken je spaarpotjes dan ineens een mooie sprong en kun je eventueel ook een keer een maand overslaan als het eens niet gaat.
Nou, en jij? Helpt dit een beetje?