Lianne – Foto: Mariët Mons.

Fout 1: Teveel (grote) doelen tegelijkertijd proberen te halen
‘Het is een superbekende tip in zelfhulpland en doelenboeken: focus je op een of twee doelen tegelijkertijd. Probeer niet te veel doelen tegelijkertijd te behalen. Dat wist ik heus wel, en ik heb het advies vaak genoeg aan anderen gegeven. Toch vond ik blijkbaar dat dit niet op mij van toepassing was en heb ik jarenlang mijn hoofd, agenda en doelenlijstjes volgepropt met tientallen doelen. Doelen die vaak niet samen konden, doelen die te groot waren voor de tijdspanne waarin ik het plande, doelen die veel te veel in één keer van me eisten.
Eind 2015, begin 2016, werkte ik meer dan 40 uur per week, plaatste ik vier keer per week een blog, schreef ik met veel moeite aan mijn boek, wilde ik het liefst vijf keer per week naar yoga en bleef ik ook hardlopen om te trainen voor een marathon. Ik woonde toen nog niet samen met mijn vriend, dus ik reisde ook op en neer tussen Rotterdam (waar ik werkte), Schiedam (waar ik woonde) en Den Haag (waar mijn vriend woonde). Ik sprak ook graag af met vriendinnen, die verspreid over heel de Randstad – en een paar daarbuiten – woonden.
Mijn schema was overvol, en van al die doelen tegelijkertijd kwam hierdoor veel te weinig. En alles wat dan wél lukte gaf eigenlijk geen goed gevoel meer. Ik had steeds minder zin in alles, zorgde steeds minder goed voor mezelf en viel ik vaak om negen uur s’avonds met mijn kleding aan doodmoe in bed. Ik kon steeds minder goed loslaten, ontspannen en opladen. Want ja, al die doelen moesten behaald worden, het liefst gisteren.
Ik was te koppig, te perfectionistisch en ik wilde te graag aan mezelf bewijzen dat ik écht wel alles kon hebben.
Hoewel ik doorkreeg dat ik dit echt niet vol zou gaan houden kon ik toch die noodrem niet vinden. Ik was te koppig, te perfectionistisch en ik wilde te graag aan mezelf bewijzen dat ik écht wel alles kon hebben. Door een incident op de universiteit – waar ik ook nog eens een trauma aan overhield – kwam ik mezelf keihard tegen, en ik moest toegeven dat ik op deze manier niet verder kon. Inmiddels zijn we een pittig jaar verder. Ik realiseer me nu dat ik veel te veel tegelijkertijd probeerde te doen en veel te ambitieuze doelen stelde in veel te korte tijd. Die doelen waren niet te behalen, waardoor ik voor mijn gevoel altijd aan het falen was, waardoor ik ook alleen maar ongelukkiger en minder gemotiveerd raakte.
Ik heb grote doelen helemaal losgelaten. Ik hoef niks, ik mag gewoon heel 2017 niets nuttigs doen of bereiken en dan ben ik nog steeds een leuk, lief mens. Als ik mijn manuscript naar mijn redacteur krijg is het een feest, en daar doe ik met kleine stapjes mijn best voor. Als dat niet lukt dan ga ik ook gewoon door met mijn leven.
Ik werk wel, heel voorzichtig, met doelen. Weinig doelen, kleine doelen en doelen die realistisch prima te doen zijn in de week of maand die ik voor me heb. Het zijn ook van die doelen waarvan ik denk “als het lukt is het leuk, en zo niet is er altijd morgen/volgende week/volgende maand.”
Ik ging vorige week bijvoorbeeld drie keer sporten, vijf uur schrijven en een nieuwe huisarts regelen. Best netjes toch? Volgens mij kan ik juist beter uiteindelijk grotere doelen bereiken door consistent wat kleinere, realistische doelen te stellen.’
Fout 2: Geen moeilijke beslissingen durven te nemen in leiderschapsrol
‘In tegenstelling tot veel bloggers en YouTubers ben ik geen ondernemer, maar heb ik sinds ik ben afgestudeerd altijd op de universiteit gewerkt. Eerst als wetenschappelijk docent en opleidingsmanager van een psychologie bachelor. Dit op-je-bekje gaat dan ook over mijn werk.
Begin 2016 was ik de coördinator van een groot videoproject. Ik had daarvoor al twee soortgelijke projecten gedraaid en die waren goed gegaan. Deze keer moest ik werken met groepjes studenten, met meerdere belanghebbenden, op een andere locatie, in twee talen (Nederlands en Engels) én in minder tijd.
De eerste draaidag was afschuwelijk.
Dat ik zou komen bleek niet doorgegeven aan het facilitair management van de locatie. Hierdoor gingen alle conciërges powertrippen, werkten totaal niet mee en hebben zich ronduit onbeschoft gedragen tegen mij en mijn crew. Ook bleek er te worden verbouwd op de locatie, waardoor we continu gezeik hadden met geluid. Het lokaal dat ik had uitgekozen bleek te klein voor de cameracrew waardoor er uit andere hoeken gefilmd moest worden en de video’s heel anders zouden worden dan ik voor ogen had gehad. Dit kwam doordat ik te weinig overleg had aangevraagd van tevoren met de cameracrew.
Makkelijk praten achteraf, maar door niet de beslissing durfde te maken om het af te blazen terwijl na al het gezeik en het onderbuikgevoel dat ik erover had heb ik mezelf en dit project te kort gedaan. Ik wilde héél erg graag dat het project goed zou gaan omdat ik zoveel tijd had gestoken in de voorbereiding, maar het was gewoon niet goed genoeg. Alleen ik durfde niet de beslissing te nemen om het af te breken, omdat alle vertraging daarna dan ‘mijn verantwoordelijkheid/schuld’ zou zijn en dit enorme gevolgen zou hebben voor de hele faculteit.
Dus ik liet het doorgaan, en daardoor heeft dit project heeft me drie keer zo veel tijd en stress gekocht dan had gehoeven. Ik zie nu zoveel dingen die ik anders had moeten doen. Ik had die eerste dag sowieso meteen een grote bek terug moeten geven tegen facilitair management, en de hele bende op moeten doeken en die eerste dag als verloren moeten afschrijven tot ik alles met iedereen tot in de puntjes had geregeld. Een collega heeft ook wel eens laten vallen dat ik een heel team gehad zou moeten hebben in plaats van alles alleen te moeten doen.
Gezien de tijdsdruk en de verschrikking van zoveel verschillende studenten moeten inplannen heb ik dat toen niet gedaan. We zijn doorgegaan. Hoewel ik redelijk tevreden berichten heb gehoord, heb ik zelf nooit meer naar die filmpjes kunnen kijken. Ik weet dat ze zoveel beter hadden gekund als ik meer de leiding had durven nemen om mijn visie uit te voeren.
Moeilijke beslissingen maken is iets wat ik echt heb moeten leren. Soms, als je ergens voor verantwoordelijk bent, moet je de dingen zeggen die mensen niet willen horen, de dingen doen waar mensen in eerste instantie van gaan steigeren of boos om worden. Maar je moet op jezelf, je expertise én je onderbuikgevoel vertrouwen en niet bang zijn om die beslissing te maken.
Sindsdien ben ik er beter in geworden. Ik heb altijd in mijn achterhoofd dat het beter is om de moeilijke beslissingen gewoon te maken dan maar wat aan te modderen en dat helpt mij onwijs.’
Fout 3: Geen conflicten aangaan
‘Ik ben totaal geen ruziezoeker. Ik ben een rasechte pleaser. Ik heb het mezelf soms zó moeilijk gemaakt hierdoor! Ik durf gewoon niet zo goed te zeggen dat ik vind dat iemand ongelijk heeft, stom bezig is of mij benadeelt. Er zijn zoveel momenten geweest in mijn werk en privé leven waarin ik gewoon de confrontatie aan had moeten gaan in plaats van mezelf in allerlei bochten te wringen om de vrede te bewaren en vooral niet ‘the bad guy’ te zijn.
Voorbeeld: Ik hád de vertaler die voor me werkte elke keer dat hij deadlines miste en slechte vertalingen aanleverde gewoon moeten uitfoeteren en incompetent moeten noemen. Maar in plaats daarvan bleef ik maar proberen flexibel te zijn, deed ik zijn werk voor hem en bleef ik hem als een soort kleuterjuf achterna rennen voor de vertalingen die ik nodig had. Uiteindelijk stuur ik de beste man een keer een mail met kritiek en laat hij vervolgens nooit meer wat van zich horen. Classy.
Ik hád gewoon moeten zeggen waar ik het niet mee eens was in elk werkoverleg, elk gesprek met vriendinnen, elk moeilijk gesprek in een relatie, in plaats van altijd maar de vrede te bewaren en proberen alles zelf op te lossen.
Ik hád gewoon moeten zeggen waar ik het niet mee eens was in elk werkoverleg, elk gesprek met vriendinnen, elk moeilijk gesprek in een relatie, in plaats van altijd maar de vrede te bewaren en proberen alles zelf op te lossen. Altijd maar aan te nemen dat het vast aan mij lag, dat ik het vast verkeerd had, dat ik het niet goed begreep.
Na het incident op de universiteit wilde ik mezelf leren verdedigen. Zo ben ik uiteindelijk bij kickboksen terecht gekomen. Dit doe ik nu wekelijks en het is echt alles wat ik niet ben: Explosief, rechtlijn tegenover iemand staan, in your face. Dat is onwijs wennen voor me, maar het doet me goed. Ik leer slaan, schoppen en klappen incasseren, en het bij effect is dat ik wat sterker in mijn schoenen sta. Daardoor durf ik assertiever te zijn. Nu durf ik het slechte nieuws te brengen, de kritiek te uiten, nee te zeggen wanneer iemand heel graag een ja van me wil horen.
Ik zal nooit een schreeuwlelijk worden die haar boosheid makkelijk botviert (en laten we eerlijk zijn, daarvan zijn er ook al genoeg in de wereld) maar ik houd me wel makkelijker staande wanneer ik er bijvoorbeeld eentje tegenover me heb. ;-)’
Wat zijn de concrete voorbeelden van Lianne enorm herkenbaar voor mij! Bij alle drie wilde ik telkens zeggen ‘oh ja, heb ik ook! Jep, dat heb ik óók. Goh, herkenbaar.’ Ik ben persoonlijk ook erg conflictvermijdend, al leer ik steeds meer te zeggen wat ik wel en niet wil en elke keer als ik dat doe, geeft dat een heel bad-ass gevoel.
Want: ik overwin die angst om ‘onaardig’ te zijn en ga staan waar ik voor wil staan in plaats van een ander te pleasen.
Ik hoop dat jij ook leert van Lianne haar lessen. Bedankt voor de mooie reacties op ‘Op je bek,’ ik word er zelf ook bij elk gesprek weer door geïnspireerd.